Het voltooid deelwoord (vd) | Gratis oefenen

Wat is een voltooid deelwoord en hoe vind je een voltooid deelwoord in een zin? De afkorting van het voltooid deelwoord is ‘vd’.

Een voltooid deelwoord laat zien dat iets al gedaan is. De actie is al voltooid in het verleden. Er zijn zowel regelmatige (zwakke) als onregelmatige (zwakke) voltooid deelwoorden.

Regelmatige werkwoorden

Bij regelmatige werkwoorden eindigt het voltooid deelwoord op een -d of een -t. Als je niet weet welk e van de twee, kun je naar de verleden tijd kijken. Zie hiervoor de voorbeelden:

Voorbeelden van regelmatige voltooid deelwoorden:

Ik heb geschilderd (schilderde)
Ik heb gezwaaid (zwaaide)
Regelmatige voltooid deelwoorden

Onregelmatige werkwoorden

Bij onregelmatige werkwoorden eindigt het voltooid deelwoord soms op -en, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn!

Voorbeelden van onregelmatige voltooid deelwoorden:

Ik heb hardgelopen
Ik heb gefloten
Ik heb gedacht
Onregelmatige voltooid deelwoorden

Nu je weet wat voltooid deelwoorden zijn, kun je de oefeningen hieronder maken. Veel succes!


Voltooid deelwoord oefeningen

Onregelmatig/sterk:

Regelmatig/zwak:

Persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt): uitleg en oefeningen

Als een werkwoord de persoonsvorm van een zin is en de zin in de tegenwoordige tijd staat, dan moet je hem op de volgende manier schrijven/vervoegen:

Als je vergeten bent wat de stam van een werkwoord is, klik dan hier

Persoonsvorm tegenwoordige tijd vervoegen:

Ikstam
Jij/zij/hij/het/ustam + t
Wij/jullie/zijhele werkwoord

Voorbeelden vervoegingen pvtt

IkWord morgen een jaar ouder.
Jij/zij/hij/het/uWordt morgen een jaar ouder.
Wij/jullie/zijWorden morgen een jaar ouder.
IkLoop
Jij/zij/hij/het/uLoopt
Wij/jullie/zijLopen
IkVind
Jij/zij/hij/het/uVindt
Wij/jullie/zijVinden

D of DT op het eind?

Op toetsen zal vaak gevraagd worden of je een persoonsvorm met een d of dt schrijft. Let hierbij altijd goed op. Je schrijft een werkwoord alleen met dt als:

  • De stam eindigt op een d (de stam van ‘worden’ is bijvoorbeeld ‘word‘)
  • Het werkwoord een persoonsvorm is.
  • Het de tegenwoordige tijd is. Let dus op, in de verleden tijd schrijf je nooit dt!!!!
  • Als je hem vervoegt naar jij/hij/zij/het/u

Voorbeelden van dt op het eind

IkWord
JijWordt
uitzondering:Word jij?
HijWordt
ZijWordt
HetWordt
UWordt
WijWorden
JullieWorden
ZijWorden

Oefeningen pvtt/persoonsvorm tegenwoordige tijd:

Werkwoordspelling oefenen gratis| Nederlands

De stam (ik-vorm) | Gratis oefenen

Wat is de stam? De stam van een werkwoord is het hele werkwoord -en. Oftewel de ik-vorm.
Let wel op, want soms moet je de stam een beetje aanpassen om er een kloppend woord van te maken. Bijvoorbeeld:

Werkwoord: Lopen
Stam: Loop (en dus niet ‘lop’)
Je voegt dus een extra o toe aan de stam.

Meer voorbeelden van de stam:

Werkwoord: Fietsen
Stam: Fiets
Werkwoord: Eten
Stam: Eet
Werkwoord: Lezen
Stam: Lees

De stam oefenen: