Latijnse grammaticale termen (woordenschat) | Gratis oefenen

Veel Nederlandse grammaticale termen hebben ook op het Latijn gebaseerde termen. Deze namen worden niet heel vaak gebruikt, maar het is wel handig om deze te kennen. Wellicht moet je ze wel leren voor een toets. Deze Latijnse namen zijn wel vernederlandst. Zie hieronder een schema met de Latijnse namen. Als je denkt dat je ze goed begrijpt, kun je de oefeningen gaan maken.

Onderaan de pagina staan de gratis oefeningen.

Overzicht Latijnse grammaticale termen

Zinsdelen

Nederlandse termLatijnse naam
persoonsvormfiniet werkwoord, verbum finitum
gezegdepredicaat
onderwerpsubject
lijdend voorwerpdirect object
meewerkend voorwerpindirect object
bijwoordelijke bepalingadverbiale bepaling
bijvoeglijke bepalingattributief
voorzetselvoorwerpprepositioneel object
bezittend voorwerppossessieve datief
naamwoordelijk deel van het gezegdepredicaatsnomen
Bron: Onzetaal.nl

Woordsoorten

Nederlandse naamLatijnse term
werkwoordverbum
hele werkwoordinfinitief
koppelwerkwoordcopula
hulpwerkwoordverbum auxiliare
zelfstandig naamwoordsubstantief
bijvoeglijk naamwoordadjectief
voornaamwoordpronomen
bijwoordadverbium
lidwoordartikel
tussenwerpselinterjectie
telwoordnumerale (meervoud: numeralia)
voegwoordconjunctie
voorzetselprepositie
persoonlijk voornaamwoordpronomen personale
bezittelijk voornaamwoordpossessief pronomen
aanwijzend voornaamwoorddemonstratief pronomen
betrekkelijk voornaamwoordrelatief pronomen
wederkerend voornaamwoordreflexief pronomen
wederkerig voornaamwoordreciprook pronomen
vragend voornaamwoordinterrogatief pronomen
onbepaald voornaamwoordindefiniet pronomen
Bron: Onzetaal.nl

Gratis oefeningen Latijnse grammaticale namen