Wat is een werkwoord? En hoe vind je een werkwoord in een zin? De afkorting van werkwoorden is ww. Een werkwoord geeft aan dat er iets gebeurt of dat iemand iets doet. Ze kunnen ook veranderen als je de zin een beetje aanpast. Dat klinkt vast lastig, kijk daarom maar naar de voorbeelden:
Voorbeelden werkwoorden
Tegenwoordige tijd:
- Ik loop naar school.
- hij loopt naar school.
- Ik wil een hond.
- Wij zijn er al een tijdje.
Verleden tijd:
- Ik heb gister lekker gegeten.
- Ik heb gekeken.
- Ik heb gister veel water gedronken.
Werkwoorden oefeningen:
Klik het werkwoord aan in de zin:
Werkwoorden vervoegen: