Om het hulpwerkwoord te vinden in een zin, moet je eerst de zelfstandige werkwoorden of koppelwerkwoorden vinden. De werkwoorden die overblijven, zijn de hulpwerkwoorden.
Verder geven hulpwerkwoorden geen handelingen aan in een zin.
Een hulpwerkwoord vormt samen met het zelfstandig werkwoord het werkwoordelijk gezegde. Let er ook op dat hulpwerkwoorden nooit alleen staan in een zin.
Onderaan de pagina staan gratis oefeningen.
Voorbeelden van hulpwerkwoorden
Voorbeeldzin | Uitleg |
---|---|
Ik ben naar school gefietst. | ‘Ben’ is het hulpwerkwoord in deze zin. |
Ik fiets naar school. | In deze zin staat maar één werkwoord. Er staat dus geen hulpwerkwoord in deze zin. |
Zij zou mij gisteren betaald hebben. | ‘Zou’ is het hulpwerkwoord in deze zin. |