Het koppelwerkwoord (kww) | Uitleg en oefeningen

Wat is het koppelwerkwoord in een zin? En waar wordt het voor gebruikt? Dat zal deze pagina aan je uitleggen. Daarnaast kun je tevens (=ook) gratis online oefeningen maken! Laten we maar snel beginnen.

Onderaan de pagina staan gratis oefeningen.

Wat is een koppelwerkwoord?

Naast zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden, zijn er ook nog koppelwerkwoorden (kww). Een zin met een naamwoordelijk gezegde heeft altijd een koppelwerkwoord. Er zijn in totaal negen koppelwerkwoorden en deze moet je uit je hoofd leren.

Een koppelwerkwoord koppelt het onderwerp in een zin aan het naamwoordelijk deel. Het geeft dus een toestand of eigenschap aan. Dit klinkt wellicht (=misschien) lastig. Kijk daarom maar naar de voorbeelden van zinnen met een koppelwerkwoord.

Let op! Een koppelwerkwoord is alleen maar door een ander koppelwerkwoord te vervangen. Als dit niet zo is, dan is het geen kww! Zie hiervoor

Voorbeelden van zinnen met kww

Lisa is lief.
In dit voorbeeld is ‘is’ het kww. Dit is namelijk een vorm van het kww ‘zijn‘.
Ik werd gisteren ziek.
In dit voorbeeld is ‘werd‘ het kww. Dit is namelijk een vorm van het kww ‘worden‘.

Uitzondering:

Cristiano is voetballer geworden.
In dit voorbeeld is ‘geworden‘ het kww. Dit is namelijk een vervoeging van het kww ‘worden’. Het woordje ‘is’ is in deze zin geen koppelwerkwoord, maar het hulpwerkwoord. Dit komt omdat je een koppelwerkwoord alleen maar kan vervangen door een ander koppelwerkwoord.

Lijst van de koppelwerkwoorden

Dit lijstje moet je uit je hoofd leren.

  • Zijn
  • Worden
  • Blijven
  • Blijken
  • Lijken
  • Schijnen
  • Heten
  • Dunken
  • Voorkomen

Gratis oefeningen