Let op, als jij achter de persoonsvorm staat, dan schrijf je alleen de stam! Zie hiervoor het volgende voorbeeld:
Loop jij morgen naar school?
Omdat jij achter de PV staat schrijf je ‘loop’ in plaats van loopt.
Persoonsvorm met jij erachter
Voorbeelden vervoegingen pvtt
Ik
Word morgen een jaar ouder.
Jij/zij/hij/het/u
Wordt morgen een jaar ouder.
Wij/jullie/zij
Worden morgen een jaar ouder.
Ik
Loop
Jij/zij/hij/het/u
Loopt
Wij/jullie/zij
Lopen
Ik
Vind
Jij/zij/hij/het/u
Vindt
Wij/jullie/zij
Vinden
D of DT op het eind?
Op toetsen zal vaak gevraagd worden of je een persoonsvorm met een d of dt schrijft. Let hierbij altijd goed op. Je schrijft een werkwoord alleen met dt als:
De stam eindigt op een d (de stam van ‘worden’is bijv. ‘word‘)