Wat is de stam?
De stam van een werkwoord is het hele werkwoord -en. Oftewel de ik-vorm.
Let wel op, want soms moet je de stam een beetje aanpassen om er een kloppend woord van te maken. Bijvoorbeeld:
Werkwoord: | Lopen |
Stam: | Loop (en dus niet ‘lop’) |
Meer voorbeelden van de stam:
Werkwoord: | Fietsen |
Stam: | Fiets |
Werkwoord: | Eten |
Stam: | Eet |
Werkwoord: | Lezen |
Stam: | Lees |