De bijwoordelijke bepaling (bwb) | Gratis oefenen

Op deze pagina kun je lezen wat de bijwoordelijke bepaling is en hoe je het kan vinden. Daarnaast kun je het ook gratis oefeningen maken. De oefeningen staan onderaan de pagina.

Niet in elke zin hoeft een bijwoordelijke bepaling te staan. Er kunnen ook meerdere bijwoordelijke bepalingen in een zin staan.

Alles wat je overhoudt in de zin, nadat je alles benoemt hebt, is de bijwoordelijke bepaling. Vaak geeft de bijwoordelijke bepaling informatie over tijd, plaats, of een reden.

Je kunt de bijwoordelijke bepaling dus eigenlijk als een soort ‘prullenbak’ zien.

Doorloop dus eerst alle andere stappen tijdens zinsontleding. Alles wat overblijft, is de bijwoordelijke bepaling.

  1. Persoonsvorm
  2. Werkwoordelijk gezegde
  3. Naamwoordelijk gezegde
  4. Onderwerp
  5. Lijdend voorwerp
  6. Meewerkend voorwerp
  7. Als je nu nog wat overhoudt, zijn dat de bijwoordelijke bepalingen.

Voorbeeld bijwoordelijke bepaling:

  • Ik pak de voetbal uit de schuur.
  • Persoonsvorm: pak
  • Werkwoordelijk gezegde: pak
  • Onderwerp: ik
  • Lijdend voorwerp: de voetbal
  • Meewerkend voorwerp: geen meewerkend voorwerp
  • Bijwoordelijke bepaling: uit de schuur

Oefeningen bijwoordelijke bepaling:

Klik de bijwoordelijke bepaling aan:

Sleep de zinsdelen naar de juiste vakjes: